Voor zowel digitale geletterdheid als voor probleemoplossend denken op de pc presteren Vlaamse leerlingen beter als ze thuis ook Nederlands spreken. Dat blijkt uit het internationaal onderzoek ICILS, waar Vlaanderen voor het eerst aan deelnam. Vlaams minister Zuhal Demir is niet verbaasd: “Nederlands is één van de sleutels om in andere kennisgebieden vooruitgang te boeken, van wiskunde tot geschiedenis en dus ook informaticavaardigheden. Nederlands leren in de klas is daarom een speerpunt van deze Vlaamse regering, waar we voor het eerst 425 miljoen euro voor uittrekken.”

Nulmeting

Het is de eerste keer dat Vlaanderen staat opgenomen in het ICILS-onderzoek. De resultaten zijn dus als het ware een nulmeting: een trend is nog niet te zien. Opvallend is wel de hoge graad van inclusie in het Vlaams onderwijs, wanneer we vergelijken met andere deelnemende landen. Dat zit zo: in de Vlaamse steekproef werden ‘maar’ 2,7 procent van de leerlingen geschrapt op basis van verschillende uitsluitingscriteria zoals een mentale of fysieke beperking. Dat de Vlaamse resultaten niettemin op peil blijven, stemt hoopvol. 

Nederlands is de basis 

Toch blijft Vlaams Onderwijsminister Zuhal Demir realistisch, met nog andere internationale onderzoeken die in de pijplijn zitten: “Dit is een lichtpunt in de duisternis. De hoge verwachtingen die we hier inlossen, moeten we ook behalen op andere punten. Denk maar aan lezen, rekenen en schrijven. Daar gaat de curve omlaag. Die trends moeten worden gekeerd, en daarvoor is een betere kennis van het Nederlands cruciaal. Want Nederlands is dé basis voor al deze vakken.”

Één sterke bouwsteen

Het is belangrijk om te blijven focussen op de essentie: de kwaliteit van het Vlaams onderwijs opkrikken, besluit Demir: “Informatica en digitale technologie zijn een belangrijke bouwsteen, maar andere vakken zijn dat evenzeer. Met één sterke bouwsteen krijg je nog geen volledige school opgebouwd.”