De Vlaamse regering staat voor een flinke besparingsoperatie in het beleidsdomein Werk. Zo moet er in 2025 meteen 99 miljoen euro bespaard worden, waarvan bijna 80 miljoen euro aan arbeidsmarktsubsidies. Het daaropvolgende jaar gaat het al om 169 miljoen euro aan besparingen. Bevoegd minister Demir blijft daarom niet bij de pakken zitten.
Programmadecreet
Een eerste reeks besparingen werd recent op de Vlaamse ministerraad goedgekeurd als onderdeel van het zogenaamde ‘Programmadecreet’. Demir snoeit zo al meteen 46,3 miljoen euro weg in achterhaalde arbeidsmarktsubsidies. Zo zal de doelgroepenvermindering voor oudere, zittende werknemers vanaf 1 juli 2025 versneld uitdoven, in plaats van vanaf 1 juli 2028. Die besparing is meteen goed voor de helft van het geld dat in 2025 wordt ingehouden, namelijk 40,6 miljoen euro.
Doelgroepenvermindering
Een doelgroepenvermindering (of doelgroepenkorting) betekent concreet dat een werkgever minder RSZ-bijdragen betaalt als hij een werknemer aanneemt, in dit geval oudere werknemers. De korting voor oudere werknemers is van toepassing op werknemers die ouder waren dan 62 jaar op 30 juni 2024. In 2025 gaat het om 1.500 euro per kwartaal voor een tewerkstelling van 80 procent.
Ook de doelgroepenvermindering voor laaggeschoolde, jonge werknemers en niet-werkende werkzoekende oudere werknemers worden al sinds 1 juli 2024 uitgedoofd.
“Achterhaalde maatregel”
Volgens minister Demir zijn de doelgroepenkortingen moeilijk te verantwoorden in een krappe arbeidsmarkt. “Er staan veel vacatures open in Vlaanderen”, zegt de minister. “De vacaturegraad in onze regio is hoger dan het Europese gemiddelde. Een korting voor werkenden is achterhaald en inefficiënt geworden. De meeste mensen zouden vandaag namelijk ook zonder deze korting aan de slag zijn. Dat is niet mijn mening, maar de conclusie van academisch onderzoek.”
Meer nog, uit nieuw onderzoek van professor Stijn Baert (UGent) blijkt zelfs dat kandidaten die onderwerp zijn van een doelgroepenkorting minder kans maken om uitgenodigd te worden op een sollicitatiegesprek. Dat komt omdat zo’n doelgroepenkorting net voor een stigma zorgt. Het is een ‘signaal’ – volledig ten onrechte – dat deze werknemers zonder korting niet aangeworven zouden zijn, omdat zij onproductief of technologisch niet mee zouden zijn.
Doelgroepenkorting voor butlers
Via hetzelfde programmadecreet regelt Demir nog andere besparingen. Zo springt de zogenaamde ‘sectorale korting voor dienstbodes’ in het oog – huispersoneel zeg maar. “Dat is een soort doelgroepenkorting voor butlers”, zegt Demir. “Je kan het zo gek niet bedenken, of het bestaat blijkbaar. Het aantal mensen dat hieronder valt kun je bovendien op nauwelijks enkele handen tellen. Wie gebruikt maakt van deze maatregel om een betere balans tussen privé en werk te creëren, die kan gebruik maken van de dienstencheques.”
Er zijn slechts 17 voltijdse equivalenten aan de slag via deze sectorale korting. De budgettaire impact is dan ook vrij beperkt: er wordt jaarlijks ongeveer 87.000 euro bespaard door de maatregel af te schaffen.
Vlaams Opleidingsverlof
Daarnaast wordt ook het Vlaams Opleidingsverlof (VOV) hervormd. Via dat systeem mag een werknemer in de privésector afwezig zijn om een opleiding te volgen, terwijl hij zijn loon behoudt. “Dit is bij uitstek bedoeld om bijvoorbeeld een opleiding te volgen die leidt naar een knelpuntberoep. En daarvoor willen we het ook echt inzetten”, zegt Demir.
Waar het VOV voortaan niet meer voor dient, is als steunmaatregel voor bedrijven die intern een opleiding organiseren, en waar enkel het bedrijf zelf voordeel uit haalt. Het reduceren van bedrijfsinterne opleidingen binnen het VOV levert een besparing van 5 miljoen euro in 2025.
Tot slot worden de DAC- en Gescoregeling vervroegd stopgezet. In 2025 levert dit alvast een besparing op van 593.000 euro, oplopend tot 4,4 miljoen euro wanneer die stopzetting op kruissnelheid komt.