Wie in België (tand)arts wil worden, die heeft na zijn opleiding een RIZIV-nummer nodig. De federale planningscommissie bepaalt jaarlijks hoeveel van die eindnummers aan de Vlaamse en Franse gemeenschap toegekend worden. In Vlaanderen worden vervolgens startquota uitgewerkt, op basis van een intern Vlaams advies. Met haar beslissing houdt minister Demir hogere quota aan dan wat door de federale overheid op het einde wordt voorzien. Die eindnummers houden namelijk rekening met studenten die hun studie niet afmaken.
De belangrijkste reden voor het hoge peil is het historische tekort aan artsen en tandartsen in Vlaanderen. Door de verhoging van de laatste jaren konden er heel wat meer genees- en tandheelkundestudenten beginnen. In vergelijking met vijf jaar geleden gaat om een stijging van 50 procent extra studenten voor geneeskunde en 70 procent voor tandheelkunde. “Er zijn hoge noden in de zorgsector. Door het aantal studenten te verhogen, willen we beter aan de medische noden voldoen. Nu de vergrijzing op ons afkomt, hebben we meer mensen in de zorg nodig. Iedere Vlaming heeft recht op een toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg.”
Historische achterstand wegwerken
De decanen van de geneeskundeopleidingen in Leuven, Antwerpen en Gent waren tegenstander van de hoge startquota. “Ik besef dat die tegenstand er is”, zegt Demir. “Maar de hoge quota vallen perfect te rechtvaardigen. We zitten in Vlaanderen nog altijd met een groot tekort aan artsen en tandartsen. Bovendien hebben de universiteiten vorig jaar getoond dat ze die aantallen aankunnen”, klinkt het. “In 2023 was er een flinke miljoeneninvestering in de geneeskundefaciliteiten door Vlaanderen. Die diende om de beschikbare capaciteit op te krikken. De aantallen nu weer verlagen zou een verspilling van belastinggeld zijn.”
Communautaire twistappel
De artsenquota werden ingevoerd om de kwaliteit van het beroep voldoende hoog te houden en de uitgaven in de gezondheidszorg onder controle te houden. De voorbije jaren bleek het echter een stevige communautaire twistappel. Terwijl in Vlaanderen strikt toegezien werd op de federale quota, studeerden er in Franstalig België systematisch meer artsen af dan er RIZIV-nummers waren. Dat resulteerde in een overtal van artsen uit Franstalig België, terwijl Vlaanderen met een tekort kampt. Hoewel er sinds vorig jaar eindelijk een toelatingsexamen en een ‘numerus fixus’ werd ingevoerd in Franstalig België, is het nog koffiedik kijken naar hoe hun overtal de komende jaren zal evolueren.