Aantal stijgt, maar uitval lonkt

Uit het onderzoek gecoördineerd door prof. dr. Kristof De Witte blijkt dat het aandeel zij-instromers met een lerarendiploma tussen 2012 en 2021 aanzienlijk steeg: van 14,9 procent in 2012 naar 26,2 procent in 2021. Dat betekent dat één op de vier startende gediplomeerde leraren in 2021 een zij-instromer was. Bij leraren in het hoger secundair onderwijs is meer dan een op twee startende leraren met een lerarendiploma een zij-instromer.  

Zij-instromers zijn mensen die pas na een carrière buiten het onderwijs instappen als leraar. “Ze brengen praktijkervaring en expertise mee naar de klas”, zegt minister Demir. Toch merken de onderzoekers dat zij het relatief moeilijk hebben om in het onderwijs te blijven: startende zij-instromers blijven minder lang in het onderwijs dan startende niet-zij-instromers. Na één jaar is 83,6 procent van de zij-instromers nog actief als leraar, terwijl dat bij niet-zij-instromers 87,5 procent is. Na tien jaar is dat respectievelijk 64,9 procent en 72,2 procent. De grootste uitval gebeurt in de eerste twee jaar. De kans dat zij-instromers aanblijven is de laatste jaren wel aanzienlijk verbeterd, waardoor de kloof met de niet-zij-instromers verkleint.  

Stabiliteit 

Uit de studie blijkt dat verschillende factoren de kans verhogen dat zij-instromers in het onderwijs blijven: een stabiele opdracht, een voltijdse aanstelling, een vereist bekwaamheidsbewijs en een vaste benoeming. “Of je nu zij-instromer bent, of vanaf de schoolbanken rechtstreeks in het onderwijs bent gerold, stabiliteit is en blijft een belangrijke factor”, zegt Demir. “Dat gaat over een rustige en ordelijke klas, waar je als leerkracht respect geniet, stabiliteit in je loopbaan, werkzekerheid en steun van de directie. Dat zijn zaken die hoog op mijn beleidsagenda staan. Ik voer gesprekken met de onderwijspartners om daar extra garanties voor te bieden.” 

Loonverschillen  

Het onderzoek gaat ook in op het loonverschil (zonder extralegale voordelen) tussen het onderwijs en andere sectoren. Dat is relatief klein: gemiddeld minder dan 4 procentpunt verschil in bruto dagloon.  

Minister Demir vroeg onlangs een actualisering van de studie die het volledige vergoedingspakket van leraren vergelijkt met andere sectoren.