Gedrag wordt minimumdoel

Minister Demir wil het tij keren door het aspect ‘gedrag’ uitdrukkelijk op te nemen in de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs. Maar daarbij stopt het niet: goed gedrag zal ook een aandachtspunt vormen in het schoolcontract. Verder gaat de onderwijsinspectie het gedragsbeleid op scholen beoordelen, zoals bijvoorbeeld het anti-pestbeleid. Daarnaast zal er in de vernieuwde lerarenopleiding meer focus liggen op goed klasmanagement. Het departement Onderwijs zal een beleid van nultolerantie voeren ten aanzien van geweld tegen onderwijspersoneel. En tot slot worden leraren ondersteund en geprofessionaliseerd om problematisch gedrag in hun klas tegen te gaan. 

Belangrijke rol voor ouders

Demir wijst in dat verband ook op de ouderlijke verantwoordelijkheid. Ouders moeten meer stilstaan bij hun rol als opvoeder. “Goed gedrag aanleren begint al in de wieg, en mag niet afgeschoven worden op de leraar”, zegt de minister. “Kinderen verdienen onze aandacht. Het belang van samen spelen en samen leren,  dat mogen we niet onderschatten.” 

Schrijnende cijfers

Dat het problematische gedrag op school toeneemt, blijkt ook uit de stijgende cijfers van schorsingen en uitsluitingen. In schooljaar 2023-2024 waren er in totaal 12.992 preventieve schorsingen, 9.308 tijdelijke uitsluitingen en 4.471 definitieve uitsluitingen. Dat is een verdriedubbeling van het aantal preventieve schorsingen en tijdelijke uitsluitingen tegenover vier jaar geleden. Ook het aantal definitieve uitsluitingen verdubbelde in diezelfde tijdspanne. 

Motivering steeds nodig 

In het Vlaamse onderwijs zijn er drie vormen van schorsing of uitsluiting, waarbij er steeds sprake is van een ernstige schending van de leefregels door de betrokken leerling. Voor die maatregelen is een motivering nodig door de betrokken school. 

  • De preventieve schorsing van maximaal vijf opeenvolgende lesdagen in het lager en maximaal tien dagen in het secundair onderwijs.  
  • Een tijdelijke uitsluiting van maximaal vijftien opeenvolgende lesdagen in het lager en voltijds secundair onderwijs en maximaal 21 dagen in het deeltijds secundair onderwijs.  
  • De definitieve uitsluiting: voor deze maatregel moet de klassenraad vooraf advies geven.