Vandaag stemt het Vlaams Parlement over een decreetwijziging waarmee de beroepsprocedures in Vlaanderen verbeterd worden. Er is daar de voorbije dagen heel wat fake news over gezegd en geschreven. Het zou om een "catastrofale" vergissing gaan en we zouden zelfs "internationale afspraken en het grondwettelijk recht op de bescherming van een gezonde leefomgeving" in het gedrang brengen.
Wees gerust, mocht alles wat ik de voorbije dagen las effectief in ons decreet vervat zitten, ik zou het persoonlijk intrekken. De realiteit is anders.
Sta me toe te zeggen dat zowat alle kritiek voornamelijk is gesteund op een lezing van allerlei persverklaringen en niet op de teksten van het decreet zelf. Een decreet dat overigens al driemaal (!) op de Vlaamse Regering werd besproken en herhaaldelijk publiek gecommuniceerd werd in 2020. Een decreet dat tot tweemaal toe voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State, die zelfs suggesties deed om het decreet op punt te stellen. Waarom? Omdat er van een beperking van de toegang tot de rechter geen sprake is. Zwijg stil van inbreuken op grondwettelijke rechten.
Kunnen mensen die gevolgen ondervinden van bepaalde projecten nog steeds in beroep gaan in de toekomst? Ja. Kunnen verenigingen die zich inzetten voor milieubescherming nog steeds in beroep gaan tegen projecten? Ja. Eenieder die het tegendeel beweert, verkoopt onwaarheden. En ook dat iemand een 'belang' moet hebben wanneer hij of zij in beroep gaat, is niet nieuw. Dat is al jaren zo in Vlaanderen. Iemand die woont in Genk kan geen ontvankelijk beroep instellen tegen een vergunning voor een stadion te Brugge. Daar is niets nieuws aan.
Wat wijzigen we dan wel? Drie eenvoudige verbeteringen en verduidelijkingen brengen we aan.
Eerst en vooral moet iemand benadeeld zijn door het middel dat wordt ingeroepen. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat iemand niet kan inroepen dat het openbaar onderzoek niet correct was georganiseerd, wanneer hij of zij wel degelijk een bezwaarschrift heeft ingediend.
Ten tweede moet de wetgeving die wordt ingeroepen bedoeld zijn om de belangen van de beroeper te beschermen. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat een buurman of -vrouw die een beroep instelt tegen een naburige kinderopvang zich zal kunnen beroepen op normen inzake bouwhoogte (die zijn privacy beschermen bijvoorbeeld), maar niet op de wetgeving inzake kinderwelzijn.
Ten derde wordt een "attentieplicht" vereist. Dat wil zeggen dat het middel dat wordt ingeroepen ook moet zijn aangehaald tijdens een eerdere inspraakmogelijkheid. Daarmee is het de bedoeling dat problemen zo vroeg als mogelijk worden gedetecteerd, zodat projecten van in den beginne kunnen worden aangepast en verbeterd en voorkomt dat middelen worden achtergehouden.
Dat net burgerbewegingen uit Antwerpen zich kanten tegen ons decreet, slaat me met verbazing. De leefbaarheidsaanpak rond Oosterweel is net mee de inspiratie van onze 3de ingreep. Waarom zouden we een project pas op het laatste nippertje afschieten, en niet vanaf het begin samen schrijven? Dat is toch in essentie hoe Oosterweel gedeblokkeerd geraakte? Door samen vanaf het begin een verhaal bij te sturen wanneer dat nodig is.
Ondanks alle fake news dat ik de voorbije weken hoorde, zeggen de feiten het tegendeel. Dit decreet zal ervoor zorgen dat projecten kwaliteitsvoller worden en minder zullen worden overspoeld met beroepen waar éénder wat als kritiek wordt ingeroepen, met enkel administratieve lasten tot gevolgen. Tegelijk zullen omwonenden en milieuverenigingen nog steeds projecten die nefast blijven kunnen aanvechten indien hun belangen effectief worden geschaad.
Het decreet behelst tot slot niet enkel beroepen tegen industriële projecten of initiatieven die het leefmilieu bedreigen, zoals sommigen al te graag doen uitschijnen. Ook de Antwerpse leefbaarheidsprojecten of hernieuwbare energieprojecten zijn aan dezelfde procedure onderhevig. De kansen vergroten om deze projecten samen te verbeteren en tot een goed einde is toch niet anti-democratisch.
Dat is gezond verstand.