“Sinds mijn aantreden heb ik al duidelijk gemaakt dat het gedaan moet zijn met allerlei zaken die er niet in thuis horen weg te moffelen in de elektriciteitsfactuur en door te rekenen aan de gezinnen en de kmo’s. Die fout uit het verleden heeft de energiefactuur immers aanzienlijk doen toenemen de laatste vijftien jaar en blijft ons helaas nog achtervolgen tot 2030”, zegt minister Demir.
Vlaamse trendbreuk die elektriciteitsfactuur ontlast
Daarom heeft Vlaanderen een belangrijke trendbreuk gerealiseerd, die de elektriciteitsfactuur ontlast, legt Zuhal Demir uit. “De steunhoogte voor hernieuwbare energie werd afgebouwd, nieuw beleid zoals de nieuwe premie voor kleine zonnepaneelinstallaties wordt niet via de factuur gefinancierd en de kosten voor openbare verlichting verdwijnen vanaf 1 januari 2022 uit de factuur. Ook de retroactieve investeringspremie na het arrest van het Grondwettelijk Hof over de terugdraaiende teller wordt niet via de elektriciteitsfactuur gefinancierd. Dit alles doen we zodat de Vlaamse componenten van de energiefactuur niet zouden toenemen en ons tientallen jaren blijven achtervolgen op hoog niveau, zoals de 20 miljard euro groenestroomcertificaten die we op dit moment nog steeds afbetalen tot 2030.”
Federale onderdelen swingen de pan uit
Hoewel het federale regeerakkoord hoopvol was, is Zuhal Demir intussen zeer bezorgd dat de federale onderdelen nog meer de pan uit zullen swingen. “Ik zie dat het bedrag voor de federale offshore jaar na jaar blijft stijgen: een gezin betaalde in 2008 slechts 1 euro per jaar, in 2021 zal dit gestegen zijn tot 49 euro per jaar. Ik zie ook dat de kosten van de federale ondersteuning voor de gascentrales, mogelijk enkele honderden miljoenen euro, volgens de huidige wetteksten volledig doorgerekend zullen worden aan alle verbruikers. Ik herhaal mijn oproep aan de federale regering om het Vlaamse voorbeeld te volgen en zo weinig mogelijk kosten in de energiefactuur door te rekenen.”