Via een retroactieve investeringspremie wordt aan de eigenaars van zonnepanelen die voor 1 januari 2021 in dienst werden genomen het recht op een premie gegeven. Die zal gebaseerd zijn op de berekende steun die nodig is om een redelijk rendement van 5 procent te bekomen voor een referentie-installatie. Die regeling werd intussen in ontwerpregelgeving gegoten.
De hoogte van de retroactieve investeringspremie is afhankelijk van het jaar van indienstname, het jaar van de plaatsing van de digitale meter, het piekvermogen van de zonnepaneleninstallatie, de lengte van de periode dat men van de terugdraaiende teller heeft kunnen genieten, de reeds genoten overheidssteun, het prosumententarief en alle andere relevante parameters. De premie zakt naarmate men volgende jaren nog langer van terugdraaiende teller zal hebben genoten.
“Na het arrest van het Grondwettelijk Hof hebben we als Vlaamse regering gekozen voor de gulden middenweg waarbij we een evenwicht bewaren tussen een redelijk rendement van 5 procent voor een gemiddelde installatie op de gedane investering, zonder opnieuw de fout te maken om miljarden te gaan subsidiëren op kap van de mensen zonder zonnepanelen”, zegt Vlaams minister van Energie Zuhal Demir.
Voor de bijna 470.000 gezinnen die nog over een analoge terugdraaiende teller beschikken, drukte Vlaanderen de pauzeknop in. Er worden geen digitale meters geplaatst bij bestaande zonnepaneleneigenaars, totdat de premieregeling definitief in de regelgeving is opgenomen en er voldoende duidelijkheid is, ook over de verdere uitrol van de digitale meter.