Een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwisting haalde in februari het voorlopige stikstofkader uit 2016 onderuit, dat werkte met een minimumdrempel van 5 procent waaronder vergunningen die zorgen voor extra uitstoot, mogelijk waren. De Raad oordeelde dat Vlaanderen de voorbije jaren te veel ammoniakuitstoot vergunde zonder de impact op onze waardevolle natuurgebieden voldoende in rekening te brengen.
Rechtszekere vergunningsbeslissingen mogelijk maken
De voorbije weken werd gewerkt aan tussentijdse richtlijnen om de periode op te vangen tot een definitief stikstofkader, eind 2021. Vandaag verspreidt Demir dan ook een zogenaamde ‘instructie’ aan haar Vlaamse administraties en vergunningverlenende overheden. Die moet rechtszekere vergunningsbeslissingen mogelijk maken voor alle belangrijke investeringsdossiers door alle verschillende bestuursniveaus.
Passende Beoordeling voor ammoniakuitstoot
Voor vergunningsaanvragen die leiden tot ammoniakuitstoot (NH3), vooral in de intensieve veeteelt en mestverwerking, bepaalt de instructie dat elk individuele aanvraag via een Passende Beoordeling moet aantonen dat er geen significant negatief effect is op de omliggende natuur en desgevallend moeten maatregelen genomen worden om de ammoniakuitstoot te verminderen.
Aantonen dat er geen significant negatief effect is
Voor de uitstoot van NOx, vooral in de industrie- en transportsector, introduceert Vlaanderen een nieuw toetsingskader met een minimumdrempel van 1 procent. Die drempel werd wetenschappelijk onderbouwd door onder meer VITO. Projecten met minder dan 1 procent extra belasting van de stikstofwaarden kunnen goedgekeurd worden. Vergunningsaanvragen die zorgen voor meer dan 1 procent extra belasting van de stikstofwaarden, moeten een Passende Beoordeling ondergaan en aantonen dat er geen significant negatief effect is op de omliggende natuur en desgevallend maatregelen nemen om de emissies tot het minimum te beperken.