Een ecologische mislukking, het reduceren van de koopkracht en het uitwissen van onze economische slagkracht. Zo omschreven talloze bezorgde ondernemers deze week het hardnekkig dogmatische plan van mijn federale collega Tinne Van der Straeten: de volledige kernuitstap. Voor een week die begon met Valentijn, was er weinig liefde te merken in de Wetstraat. Ook niet binnen de federale coalitie. Op een moment dat geen enkele coalitiepartner – op één na – de keuzes uit het regeerakkoord verdedigt, is één zaak zeker. Er is stront aan de knikker.
Laat ons even terugkeren naar een gezelliger moment: mijn ontbijt in De Ochtend met Michael Van Droogenbroeck op 12 september 2020. Vivaldi is dan nog niet aangetreden, maar ik drukte toen al mijn ernstige bekommernissen uit over het gerucht dat een volledige kernuitstap op ons af komt. De betaalbaarheid van de energiefactuur van de Vlaming en de kmo's, de bevoorradingszekerheid het doorlopen van alle procedures en het voldoen aan al onze milieuvoorwaarden. Alles werd open op tafel gelegd.
Sinds toen draaide de politieke framing carrousel op volle toeren. Het leek een van de kerntaken van de Vivaldi-kabinetten via het bestoken van pers met termen als ‘vechtfederalisme’ en ‘sabotage’. Het ging er in als zoete koek, maar het was en is onzin. Van der Straeten had een zondebok nodig, maar vergat haar eigen werk te doen. Ze raakte het niet eens over de kernuitstap in 2020 en stelde de beslissing uit tot november 2021. Nochtans zei Engie toen heel duidelijk: “Dat is te laat. We moeten het nu weten.” “Niet waar”, zei Van der Straeten, "We hebben alle tijd van de wereld.” Van november werd vervolgens december gemaakt. “En dan hakken we de knoop écht door, hoor”, klonk het. Om dan in december een groot federaal akkoord aan te kondigen dat er geen akkoord is, maar wel de ambitie om op 18 maart een akkoord te bereiken. Het 'In De Gloria'-gehalte van deze aanpak zou haast grappig zijn, ware het niet zo angstaanjagend voor onze welvaart.
“Maar hé, er is nog een maand tijd. Het is nog geen 18 maart”, weerklonk intussen deze week opnieuw. Hoewel Groen-voorzitter Almaci zei dat alle informatie om te beslissen aanwezig is. Begrijpe wie begrijpen kan. 18 maart. De nationale feestdag in Aruba? De verjaardag van de oplevering van het Atomium in Brussel? Het is me nog altijd niet duidelijk waarop Vivaldi wacht tot dan. En met mij talloze Vlaamse alleenstaanden, gezinnen en ondernemers.
De échte vraag ligt dan ook niet voor op 18 maart, maar ligt al sinds de eedaflegging van Vivaldi op het federale bord. Zijn we bereid om onze bevoorradingszekerheid en koopkracht op het spel te zetten om louter de antinucleaire gevoelens van Meyrem Almaci en Tinne Van der Straeten te bevredigen?
Mijn antwoord daarop is neen.
En als collega Van der Straeten oprecht is, antwoordt ze hetzelfde. Omdat ze geen domme dame is en beseft dat haar ideologische beslissing de foute is. De goedkoopste energie voor de mensen, de bedrijven én ons klimaat, is de energie die we niet moeten importeren in een instabiele geopolitieke situatie.