Toen Demir eind 2019 de bevoegdheid werkstraffen overnam van voorganger, was er al sprake van een wachttijd vooraleer werkgestraften aan de slag konden. Enkele maanden laten kwam de coronacrisis met een extra grote impact op de uitvoering van de werkstraffen in Vlaanderen. Door de strenge maatregelen hebben veel organisaties noodgedwongen de deuren moeten sluiten of golden er stevige veiligheidsmaatregelen, waardoor lopende werkstraffen tijdelijk niet verder konden uitgevoerd worden. Ook nieuwe werkgestraften konden niet snel genoeg starten. Tijdens de eerste lockdown konden slechts 3 procent van de werkstraffen doorgaan.
Inhaalbeweging was al ingezet
Om aan die toenemende druk tegemoet te komen, nam minister Demir vorig jaar verschillende initiatieven om alternatieve plaatsen voor werkgestraften te creëren. Zo werden extra plaatsen gerealiseerd bij de dienst ‘samen werken’ van de stad Antwerpen, onder meer om herstellingen uit te voeren op het openbaar domein en zwerfvuil op te rapen, maar werden werkgestraften ook ingeschakeld om bomen te planten. De inhaalbeweging werd dus al ingezet.
Rechters zien steeds meer heil in werkstraffen
Maar een grote bijkomende druk ontstaat door de gerechtelijke beslissingen, die steeds meer heil zien in werkstraffen als alternatieve straf voor overtreders. Tot juni dit jaar kregen de justitiehuizen al bijna evenveel nieuwe werkgestraften binnen als vorig jaar: vorig jaar werden er in een volledig jaar 3851 werkstraffen uitgesproken. Vandaag overstijgt men de cijfers van 2020 met meer dan 1.000 nieuwe dossiers. Ook wordt opgemerkt dat in bepaalde gerechtelijke arrondissementen veel werkstraffen werden uitgesproken voor corona overtredingen, iets wat minder het geval was in 2020. Reden te meer voor Demir om een groot aantal werkplaatsen bij te creëren.
Zwerfvuil oprapen en groenonderhoud
Demir zocht en vond in OVAM en Mooimakers partners om 200 extra plaatsen te voorzien voor het opruimen van zwerfvuil. Bij Natuurpunt en Natuur en Bos werden dan weer samen 540 plaatsen voorzien op het vlak van groenonderhoud en bomen planten.
“Door het soort opdracht, of het nu gaat om zwerfvuil oprapen of groenonderhoud, kunnen werkgestraften iets tastbaar terugdoen voor de gemeenschap die ze eerder minder correct behandelden. Straffeloosheid wordt voorkomen en ook ons leefmilieu wint erbij”, zegt de minister.
Via een oproep aan lokale besturen en Vlaamse overheidsdiensten werden 150 extra plaatsen mogelijk gemaakt. De Stad Antwerpen (dienst Samen Werken) voorziet daarvan 140 bijkomende plaatsen.
Ook kringwinkels (30) en dierenopvangcentra (10) toonden zich bereid om werkgestraften een opdracht te geven. Tot slot worden in de provincies Antwerpen en Limburg, alsook in Brussel, in totaal 972 extra plaatsen voorzien voor mobiele werkvloerprojecten op verschillende locaties, waarbij een externe organisatie zal instaan om mensen op te volgen op de werkvloer. Dat gebeurt bij diverse niet-commerciële instellingen, zoals een overheidsdienst of een vereniging zonder winstoogmerk. Voorbeelden zijn technische diensten, natuurverenigingen, bibliotheken en ziekenhuizen.
Wie krijgt een werkstraf?
Een rechter kan volgens de federale wetgeving een werkstraf uitspreken voor feiten die worden bestraft met een politiestraf of een correctionele straf, zoals verkeersdelicten, eigendomsdelicten of druggerelateerde feiten. Bepaalde zware feiten, zoals zedenfeiten, doodslag, gijzeling en terrorisme gerelateerde misdrijven zijn uitgesloten.
Ruim een derde van de werkstraffen wordt uitgesproken voor verkeersdelicten. Verder gaat het vooral over drugsgerelateerde feiten (betrappen op het roken of verkopen van wiet, vaak bij jongeren), eigendomsdelicten (kleine diefstallen of beschadigingen), verstoring van openbare orde en delicten tegen personen (handgemeen, uitgelopen cafégevechten) en nu ook coronaovertredingen.