De uitspraak van het Brusselse hof van beroep beveelt de beschuldigde overheden om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 procent te doen dalen in vergelijking met 1990. Het arrest gaat de facto verder dan de Europese Klimaatwet die pleit voor een vermindering van 47 procent. De zaak kwam er toen vzw Klimaatzaak alle Belgische overheden aanklaagde omdat ze te weinig zou doen op vlak van klimaatbeleid. “U begrijpt dat ik mij met hand en tand verzet tegen een totale de-industrialisering van Vlaanderen omwille van rechtspraak die volledig losstaat van ieder Europees kader en haaks staat op de Grondwet”, aldus Demir.
Degrowth-verhaal
Een analyse van het Vlaams Energie en Klimaatagentschap (VEKA) toont aan dat het arrest een zware tol zou eisen van Vlaanderen. Zo zou dit ertoe leiden dat de industriële sector fors zijn activiteiten moet afbouwen; een ware ‘degrowth’-verhaal, en jaagt dit ondernemers weg naar de buurlanden. Bovendien dreigt het arrest ook gevolgen te hebben voor de vergunningverlening. “Iedere omgevingsvergunning is dan onderhevig aan een mogelijke vernietiging als zij niet bijdraagt tot de opgelegde doelstellingen van het hof van beroep”, waarschuwt de minister.
Stapt de federale regering mee?
Demir kreeg alvast binnen de Vlaamse meerderheid steun voor het beroep dat ze wil aantekenen. De federale regering nam formeel nog geen standpunt in, al drong premier Alexander De Croo (Open Vld) tijdens de klimaattop COP28 aan op terughoudendheid. Toch vraagt Demir aan de federale regering om alvast mee in cassatie te gaan. Zo niet, ziet ze graag dat de federale regering tegen 1 januari 2024 duidelijk maakt welke maatregelen ze zal nemen om de fossielvrije energieproductie in ons land voor de toekomst te verzekeren.